Hoe werk je met minder taalvaardige kleuters?
Minder taalvaardige kleuters hebben bovenop het aanbod aan de hele groep (zorgniveau 1) extra rijk taalaanbod en ondersteuning nodig. Voor de meesten zal het werken in kleine groepen (zorgniveau 2) volstaan. Dat kan door pre-teaching of re-teaching. Een enkeling zal nog meer aandacht behoeven met de voorschotbenadering (zorgniveau 3).
Pre-teaching
Bij pre-teaching neem je alvorens klassikaal te werken, een of meer taalzwakke leerlingen apart om ze voor te bereiden op de activiteit die komen gaat. Pre-teaching draagt bij aan hun gevoel van competentie.
Hoe vertaalt dit zich naar bijvoorbeeld voorlezen? Bij een voorleessessie in een kleine groep neem je voorwerpen mee die een rol spelen in het verhaal. Heb je tijd om het echt goed aan te pakken dan vertel je eerst het verhaal in je eigen woorden aan de hand van de illustraties. Hierbij gebruik je de voorwerpen en wijs je deze aan op de illustraties. Daarna vertel je het verhaal nogmaals en mogen kleuters dingen aanwijzen. Dan speel je zelf het verhaal na op de verteltafel en tot slot doen zij dit nogmaals terwijl jij voorleest. Je neemt ze dus met kleine stappen mee in het verhaal. Hierna profiteren deze kleuters meer van het voorlezen en de verwerkingsactiviteiten in de grote groep.
Re-teaching
Re-teaching is een herhaling van wat je klassikaal hebt gedaan. Je kunt bijvoorbeeld een prentenboek nog eens herhalen waarbij je andere, eenvoudigere vragen stelt over het verhaal: het zogenaamde scaffolding. Ook bij re-teaching helpen concrete voorwerpen en naspelen van het verhaal bij het verhaalbegrip.
Digitaal en audio
Zowel bij pre-teaching als re-teaching geldt: het luisteren en bekijken van een digitale versie van een prentenboek of het beluisteren van een audio-boek, versterkt het verhaalbegrip. Indien mogelijk laat je tweedetaalleerders ook luisteren naar het verhaal in hun thuistaal. Via een (gratis) bibliotheekabonnement hebben ouders en kleuters ook thuis toegang tot digitale boeken en luisterboeken.
Inzetten van de voorschotbenadering
Voor kleuters voor wie pre-teaching en re-teaching niet volstaat (zorgniveau 3), kun je de voorschotbenadering inzetten. Daarbij besteed je – altijd op een speelse manier – extra aandacht aan klanken en letters, het (na)maken van woorden en het leren van de klank-tekenkoppeling. Hiervoor zijn verschillende hulpmiddelen voorhanden die overigens niet exclusief bedoeld zijn voor deze groep leerlingen, zoals: alfabetboeken, Spreekbeeld, het programma Bouw!, letterfilmpjes of letterapps als LetterSchool en Woordwijs.