Wanneer start het aanvankelijk leren lezen?
Decoderen is een vaardigheid die leerlingen niet vanzelf leren. Daarvoor hebben ze systematische instructie nodig. Het formele leesonderwijs begint met het aanvankelijk lezen in groep 3. Leerlingen worden stap voor stap ingewijd in de relatie tussen klanken en letters. In de kleutergroepen besteed je wel aandacht aan letterherkenning en maak je leerlingen spelenderwijs bewust van afzonderlijke klanken in gesproken taal, maar systematische instructie is op dat moment niet effectief.
De twee leesfasen in groep 3
Het proces van aanvankelijk lezen bestaat uit twee fasen: de klankzuivere fase en de niet-klankzuivere fase.
Het aanleren van de klank-tekenkoppeling gebeurt in de klankzuivere fase. Je biedt de klinkers, medeklinkers en tweetekenklanken door elkaar aan, zodat leerlingen zo veel mogelijk nieuwe woorden leren decoderen. Daarnaast leer je leerlingen synthetiseren: het samenvoegen van de verschillende letters in een woord. Deze klankzuivere fase eindigt halverwege groep 3. Op dat moment zijn alle letters aangeleerd, kunnen leerlingen deze letters correct benoemen en (nieuwe) klankzuivere woorden goed decoderen.
Vanaf de tweede helft van groep 3 – de niet-klankzuivere fase – start je met het leren lezen van teksten bestaande uit één- en tweelettergrepige woorden en woorden waarover bepaalde afspraken zijn gemaakt, zoals woorden met sch/aai/ooi/oei. Oefening vindt voornamelijk plaats op tekstniveau. Oefenen op letter- en woordniveau is in deze fase minder effectief.