Wat zijn rijke teksten?
Rijke teksten kunnen verhalend, verhalend-informatief of informatief zijn. Ze zijn niet alleen qua inhoud, maar ook qua taalgebruik rijk en uitdagend. Voorbeelden zijn goede verhalende kinderboeken, gedichten, kranten- of tijdschriftartikelen en (andere) webteksten.
Kenmerken van rijke teksten:
- Het zijn authentieke teksten: de schrijver heeft zichzelf geen beperkingen op hoeven leggen – zoals het vermijden van moeilijke woorden of woorden met meer dan een bepaald aantal lettergrepen – en benut alle mogelijkheden van de taal. Dit leidt tot betekenisvolle teksten die met vakmanschap geschreven zijn.
- De schrijver geeft betekenis aan de inhoud door deze te verbinden aan de leefwereld van de lezer en met de wereld buiten de lezer.
- De tekst nodigt uit tot praten en nadenken over de inhoud.
- De tekst bevat stijlfiguren, zoals beeldspraak, figuurlijke en abstracte taal.
- De tekst bestaat uit woorden en zinnen van gevarieerde lengte.
- De tekst bevat bekende en minder in de spreektaal voorkomende woorden.
- De tekst heeft een logische opbouw en structuur die zorgt voor inhoudelijke samenhang. Verbindings- en verwijswoorden verduidelijken de verbanden tussen zinnen en geven inzicht in de structuur.
- Bij kinderboeken: ze benutten literaire stijlmiddelen als wisselingen in vertelperspectief en chronologie, gelaagdheid, verschillende verhaallijnen, variatie in taalregisters en afwisseling in beschrijving en dialoog.
- Illustraties ondersteunen het tekstbegrip; in kinderboeken vullen ze de tekst (ook) aan.
Voorbeelden
De volgende voorbeelden maken in een oogopslag duidelijk wat de verschillen zijn tussen een rijke en een vereenvoudigde tekst.
Voorbeeld van een rijke tekst
UIT HOEVEEL CELLEN BESTA JIJ?
(…) Terwijl je deze ene zin leest, komen er bijvoorbeeld zo’n tien miljoen rode bloedcellen in je lichaam bij. Dat zijn net kleine vrachtwagentjes die zuurstof naar elke uithoek van je lichaam brengen. Zonder die zuurstof zouden andere cellen in je lichaam afsterven. Maar ondertussen heb je ook nog biljoenen en biljoenen darmcellen. Samen zorgen die voor een oppervlak zo groot als een tennisbaan. Ze zorgen ervoor dat jouw eten in brandstof voor je lichaam wordt omgezet. Zonder die brandstof zou je hartstikke doodgaan. Of wat dacht je van de cellen die samen je hart vormen? Je hart is een spier die nooit moe wordt. Het klopt elke seconde, elke minuut, elke dag, jaar in jaar uit, zonder onderbreking, om bloed te pompen door adertjes die bij elkaar een lengte hebben van twee keer rond de wereld.
(Uit: Jan Paul Schutten, Het raadsel van alles wat leeft – en de stinksokken van Jos Grootjes uit Driel. (Gottmer, 2013, p. 17).
Voorbeeld van een vereenvoudigde tekst
CELLEN IN HET LICHAAM
In het lichaam zitten heel veel cellen. Er komen steeds nieuwe bij. Rode bloedcellen zitten in het bloed. Ze verspreiden zuurstof door het lichaam. Alle cellen hebben zuurstof nodig. De cellen in de darmen verbranden eten. Ze maken brandstof voor het lichaam. Zonder brandstof ga je dood. Het hart bestaat ook uit cellen. Het hart is een spier. Het hart klopt altijd. Het hart pompt bloed rond.