Hoe stimuleer je luisterbegrip?
Bij het begrijpen van gesproken taal komen grotendeels dezelfde vaardigheden kijken als bij het lezen van geschreven taal. Denk aan woordenschat en inzicht in de opbouw van een tekst. Daarom is het belangrijk om in alle groepen aandacht te besteden aan begrijpend luisteren.
Luisterbegrip in de onderbouw
Je kunt al aan tekstbegrip werken voordat leerlingen zelf kunnen lezen. In de kleutergroep en in groep 3 kun je met voorlezen en praten over voorgelezen teksten een belangrijk fundament leggen. Lees verschillende teksten aan jouw leerlingen voor, zoals fictieteksten, verhalende non-fictieteksten en poëzie. Zo oefen je hun begrijpend luistervaardigheid en verwerven kleuters en groep 3-leerlingen taalkennis over verschillende vormen van schriftelijk taalgebruik en luisterstrategieën.
Luisterbegrip in de midden- en bovenbouw
Ook in de midden- en bovenbouw blijft werken aan begrijpend luisteren belangrijk. Het interpreteren van gesproken teksten, zoals lezingen, lessen, debatten en podcasts, is een essentiële vaardigheid. Lees daarom tot en met groep 8 regelmatig voor uit diverse teksten, verhalend en informatief. Kies teksten die net boven het leesniveau van leerlingen liggen.
Besteed bij het voorlezen expliciet aandacht aan manieren om actief grip te krijgen op het kernthema en de betekenis. Bepaal het luisterdoel, activeer voorkennis, stel vragen over passages of vraag leerlingen voorspellingen te doen. Schenk daarbij zeker in de bovenbouw, als de tekst zich daarvoor leent, aandacht aan kritisch luisteren: klopt het wel wat iemand beweert? Wat vind ik er zelf van? Ben ik het eens met de spreker? Zo rust je leerlingen uit met een kritische houding.