Hoe organiseer je (begeleid) vrij lezen?
De collectie vrij leesboeken bestaat uit: stripboeken, jeugdtijdschriften, kijk- en zoekboeken, prentenboeken, informatieboeken, jeugdromans, (kinder)kranten en poëziebundels. In groep 3 en 4 zitten hier ook AVI-boekjes bij. In de kleutergroepen zijn er rekken met kleinere prentenboeken waarin leerlingen ‘zelf lezen’.
Leerlingen mogen in principe zelf kiezen wat ze willen lezen. Je kunt wel samen kort bespreken of een tekst enigszins past bij hun leesniveau dan wel aansluit bij hun interesses. Als leerlingen graag een ‘moeilijk’ boek willen proberen, geef ze dan die kans. Tijdens het vrij lezen hebben leerlingen altijd een reserveboek in hun kastje. Als een boek echt niet bevalt, te moeilijk of te makkelijk is, kunnen ze in hun andere boek gaan lezen. Spreek wel samen af na hoeveel pagina’s ze eventueel mogen stoppen. Zo leer je hun dat ze een boek een kans moeten geven.
Voor leerlingen die het risico lopen op een taalachterstand kun je het boekenaanbod beter afbakenen. Wanneer zij kunnen kiezen uit een afgewogen voorselectie op basis van hun leesniveau is er een grotere kans dat vrij lezen ook voor hen zinvol is.
Zorg samen met de leerlingen voor verschillende leesplekken zoals zitzakken, een leeshoek of een ‘leeshuisje’. Je kunt leerlingen voor het vrij lezen zelf hun favoriete leesplek laten kiezen. Als leerkracht geef je tijdens het vrij lezen het goede voorbeeld door zelf ook te lezen.
Kies het juiste moment en de optimale duur voor vrij lezen
Vrij lezen is effectief als leerlingen de energie hebben om zich op een boek te concentreren. Bedenk dus of je het moment van vrij lezen goed gekozen hebt. Draagt het (vaste) tijdstip voor vrij lezen en de leestijd die leerlingen hebben optimaal bij aan hun concentratie? Misschien is de tijd te kort om echt in een ‘boek te komen’ of zijn ze te moe op het moment van vrij lezen. Kies voor een optimaal moment en voldoende leestijd.